De aardbeving overleven : getuigenis (deel 1)

10 april 2019 Indonesië 12-12

E-mailing du Consortium 12-12

Eind september vorig jaar, veroorzaakte de aardbeving in Sulawesi letterlijk de liquefactie van de grond. Dit is een zeldzaam fenomeen. Wanneer de grond verzadigd is met water verandert het door de bevingen in vloeibare modder. Het hele dorp van Petobo en veel inwoners raakten hierdoor bedolven. Ontdek de ongelooflijke getuigenissen van twee zussen, Nurmin en Nuri (50 en 42 jaar oud) die de ramp met hun familie wisten te overleven.

De familie telt drie zussen Nurmin (50), Nur-Ain (45) en Nuri (42). Nurmin heeft een dochter, Riski (22) en twee kleinkinderen, Dewi (2 jaar en 9 maanden) en Budi (4 maanden).

De 3 zussen in het Petobo-kamp: Nur-Ain (45), Nurmin (42) en Nuri (50)

 

Interview met Nurmin

Ik huil elke keer als ik dit verhaal vertel, telkens als ik er aan terugdenk. Ik was thuis en ik was me aan het voorbereiden om te bidden. Mijn kleindochter, Budi (4 maanden), speelde in de  andere kamer. Plotseling riep mijn dochter Riski: ” De aarde beweegt!” De grond begon te trillen. Ze schreeuwde opnieuw: “Het is een aardbeving!” En Budi begon te huilen. Ze greep de baby en mijn hand en we renden naar de deur. De aardbeving was echt krachtig. Ik stopte bij de deur. Ik was te bang om het huis te verlaten.

 

De aarde barstte letterlijk voor onze ogen open.

 

Vlak voor ons huis verscheen een scheur in de grond. Mijn dochter zei me dat ik moest opschieten. Eindelijk vond ik de moed om buiten te geraken en weg te rennen, terwijl ons huis achter me instortte. Het huis van onze buren er tegenover was verdwenen. Het was alsof ze in de grond was gezogen. Kokospalmen verschoven in onze richting. We waren helemaal overweldigd door de gebeurtenissen. De aarde onder onze voeten begon nat en kleverig te worden. We begrepen dat we moesten vluchten.

We probeerden te lopen en de juiste richting te vinden. Maar we wisten niet waar we naartoe moesten gaan. Iedereen was aan het huilen en schreeuwen. Mensen drongen en renden in alle richtingen. Het kostte ons van  6 uur ‘s avonds tot 3 uur ’s ochtends om een veilige plek te bereiken. Ondanks het feit dat het heel dichtbij was. Omdat de grond vloeibaar was, verdwenen onze voeten telkens in de modder als we een stap probeerden te zetten. We zonken dieper en dieper. De modder was warm. We bleven maar zinken tot we opeens beseften dat we op de daken van bedolven huizen liepen.

En toen werd de grond zelfs nog vloeibaarder. Ik werd in de modder gezogen tot aan mijn borstkas. Ik schreeuwde tegen mijn dochter: “Laat me alleen achter, doe voort, voel je niet verplicht om me hier weg te halen, mijn tijd is gekomen, red de kinderen. Maar mijn dochter weigerde me te laten vallen. Ze ziet me graag. Ze riep om hulp. Ze probeerde me daar weg te krijgen. Maar elke keer als ze me er een beetje uit trok, zoog de modder me er weer dieper in. Eindelijk kwam  een man ons te hulp. Hij trok me eruit en droeg me op zijn rug. We waren allemaal bedekt met modder. Mijn kleindochter, Dewi (2 jaar en 9 maanden), werd op een gegeven moment tot voorbij de nek in de modder bedolven. Mijn zus nam haar bij het haar beet. Ze trok zo hard ze kon en wist haar weer boven de modder te halen.

 

We konden niets  uit het huis redden.

 

We hebben alleen de baby bij de arm gepakt en zijn naar buiten gestormd. We hebben aan niets anders kunnen denken. We zijn gewoon zo vlug mogelijk weggevlucht. Eindelijk kwamen we bij een moskee aan. We waren gedesoriënteerd omdat we ons niet realiseerden dat de vloeibare grond in het rond draaide. We hebben het niet gevoeld. Iemand waarschuwde ons dat er naschokken zouden zijn en dat we niet in het gebouw konden blijven. Dus om 3 uur ‘s  ochtends zijn we opnieuw op pad gegaan. Uiteindelijk vonden we heuvel. Een neef legde een zeildoek op de grond om erop te liggen. De kinderen vielen meteen in slaap onder de sterren. Maar ik kon niet slapen, ik bleef wakker tot de volgende ochtend.

De volgende dag werd ons verteld dat de aardbeving zo krachtig was dat er zeker naschokken zouden komen. We waren zo bang.

 

We hadden bijna geen eten, alleen een klein pakje rijst en noedels.

 

We probeerden de noedels in een plastic fles met water te koken. We hebben eerst de kinderen en vervolgens de ouderen gevoed. Het was een heel moeilijke en erg trieste dag. Het was pas de volgende ochtend dat stukje bij beetje de hulp arriveerde.

 

Dewi (2 jaar en 9 maanden) en haar neef, Azam (4)

 

Het trauma is nog steeds diep. Dus ik slaap nog steeds niet goed. Zoveel mensen, zoveel gezinnen zijn dood. Ik voel me zo ellendig als ik erover nadenk. Ik kan alleen maar bidden voor hun zielen in de hemel. Godzijdank hebben we steun ontvangen. We kregen dekens, dekzeilen, kookgerei, een waterkoker, bestek en plastic borden van het Indonesische Rode Kruis. De gemeenschap is zo blij met deze hulp.

 

Nurmin met haar jongste kleinkind, Budi (4 maanden oud)

 

We zitten samen, bespreken en delen wat we hebben meegemaakt. Het licht mijn hart. Soms, als we erover praten, stromen de tranen over onze wangen zonder dat we hetbeseffen. We zullen de ramp nooit vergeten. Blijf alsjeblieft aan ons denken, wij die onze huizen zijn kwijtgeraakt. We zijn erg dankbaar voor alles wat we hebben gekregen

Het Indonesische Rode Kruis is een van de organisaties die de familie van Nurmin en Nuri steunt en alle andere mensen in het kamp Petobo. Ze kregen vloermatten, tenten, voedselpakketten, kleding en kookgerei. Ze beschikken ook over hygiëneproducten en drinkwater. Getrainde vrijwilligers staan hen bij met psychosociale ondersteuning. Ze luisteren naar getraumatiseerde vrouwen. Kinderen mogen deelnemen aan activiteiten in een speciaal voor kinderen aangepaste ruimte.

Honderden vermiste mensen zijn waarschijnlijk begraven in de modder van Petobo. Het dorp is vandaag een herinneringsplaats. Vlaggen op de site dragen berichten die vertalen naar ‘rust in vrede’.

 

FOTO © KATHLEEN PRIOR

Gerelateerd nieuws